Verplichting werkgever
Verplichtingen voor de werkgever
De werkgever mag uitsluitend PBM ter beschikking stellen die voldoen aan de bepalingen in het KB van 31 december 1992 betreffende de fabricage van PBM. PBM die niet vallen onder het toepassingsgebied van dit KB, moeten vervaardigd zijn op basis van gekende en erkende goede praktijken.
De werkgever moet de PBM gratis ter beschikking stellen van de werknemers.
Hij moet ook instaan voor het onderhoud, de reiniging en de vervanging ervan. Hij is verplicht de werknemers voldoende te informeren en hen instructies te verschaffen. Hiervoor moeten een informatienota en een instructienota opgesteld worden. De werkgever moet ervoor zorgen dat de werknemer een adequate opleiding krijgt, en eventueel een trainingscursus.
Instaan voor het onderhoud, de reiniging en de vervanging
De werkgever stelt de werkkledij gratis ter beschikking en zorgt ervoor dat deze wordt onderhouden en gereinigd. Dit principe berust op het feit dat deze verplichting persoonlijk aan de werkgever toekomt (hij kan er wel een gespecialiseerde firma mee belasten) en dat het verboden is voor de werkgever een premie of een vergoeding te geven aan zijn werknemers om hen te belasten met dit onderhoud.
Op dit verbod bestaat er een uitzondering. Het is immers mogelijk dat een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten waarin wordt vermeld dat de werknemer recht heeft op een premie of vergoeding om zelf te zorgen voor de aanschaf, de reiniging, de herstelling, het onderhoud en de hernieuwing van zijn werkkledij. Het is slechts mogelijk een dergelijke CAO af te sluiten op voorwaarde dat uit de resultaten van de risicoanalyse is gebleken dat de werkkledij geen risico vormt voor de gezondheid van de werknemer en diens onmiddellijke omgeving.
Het is verboden de werkkledij mee naar huis te nemen, tenzij er drie voorwaarden vervuld zijn :
Het is voor de werknemer bovendien mogelijk zijn werkkledij mee naar huis te nemen indien een algemeen verbindend verklaarde CAO werd gesloten waarin het recht op een premie is opgenomen, zoals hierboven vermeld. Indien de werknemer zijn eigen werkkledij mag aankopen en onderhouden, is het ook logisch dat hij deze kledij moet kunnen meenemen naar huis.
De werkgever mag uitsluitend PBM ter beschikking stellen die voldoen aan de bepalingen in het KB van 31 december 1992 betreffende de fabricage van PBM. PBM die niet vallen onder het toepassingsgebied van dit KB, moeten vervaardigd zijn op basis van gekende en erkende goede praktijken.
De werkgever moet de PBM gratis ter beschikking stellen van de werknemers.
Hij moet ook instaan voor het onderhoud, de reiniging en de vervanging ervan. Hij is verplicht de werknemers voldoende te informeren en hen instructies te verschaffen. Hiervoor moeten een informatienota en een instructienota opgesteld worden. De werkgever moet ervoor zorgen dat de werknemer een adequate opleiding krijgt, en eventueel een trainingscursus.
Instaan voor het onderhoud, de reiniging en de vervanging
De werkgever stelt de werkkledij gratis ter beschikking en zorgt ervoor dat deze wordt onderhouden en gereinigd. Dit principe berust op het feit dat deze verplichting persoonlijk aan de werkgever toekomt (hij kan er wel een gespecialiseerde firma mee belasten) en dat het verboden is voor de werkgever een premie of een vergoeding te geven aan zijn werknemers om hen te belasten met dit onderhoud.
Op dit verbod bestaat er een uitzondering. Het is immers mogelijk dat een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten waarin wordt vermeld dat de werknemer recht heeft op een premie of vergoeding om zelf te zorgen voor de aanschaf, de reiniging, de herstelling, het onderhoud en de hernieuwing van zijn werkkledij. Het is slechts mogelijk een dergelijke CAO af te sluiten op voorwaarde dat uit de resultaten van de risicoanalyse is gebleken dat de werkkledij geen risico vormt voor de gezondheid van de werknemer en diens onmiddellijke omgeving.
Het is verboden de werkkledij mee naar huis te nemen, tenzij er drie voorwaarden vervuld zijn :
- De activiteiten worden op verschillende arbeidsplaatsen uitgevoerd
- Het is wegens organisatie van de activiteiten van de onderneming onmogelijk dat de kledij in de onderneming blijft;
- De werkkledij vormt geen risico voor de gezondheid van de werknemer en van de personen in zijn directe thuisomgeving.
Het is voor de werknemer bovendien mogelijk zijn werkkledij mee naar huis te nemen indien een algemeen verbindend verklaarde CAO werd gesloten waarin het recht op een premie is opgenomen, zoals hierboven vermeld. Indien de werknemer zijn eigen werkkledij mag aankopen en onderhouden, is het ook logisch dat hij deze kledij moet kunnen meenemen naar huis.